Ik was op zoek naar krantenberichten over een 24-jarige voorouder die in 1882 in Delfshaven met de fiets verongelukte, maar ik kwam uit bij een riviertje in Zutphen.
Van mijn voorouder vond ik in de krantendatabase alleen een rouwadvertentie. Hij werd begraven op het kerkhof van Schoonderloo, en dat weet ik weer omdat iemand een boek schreef over het kerkhof.
Wasgoed
Ik vond andere krantenberichten uit 1882 over Delfshaven: er viel een vrouw in het diepe Schiewater toen ze aan het Lage Erf het wasgoed uit stond te spoelen. Brugwachter De Wit zag het gebeuren en sprong haar met kleren en al achterna, waarna hij haar veilig op het droge wist te brengen.
In het water vallen terwijl je de was staat te doen: het overkwam vrouwen tot de komst van de wasmachine met enige regelmaat (zoek maar eens in Delpher), en ze konden lang niet allemaal worden gered. Neem de 25-jarige Jansje Fiet, dochter van de plaatselijke schilder. Bij het spoelen van het goed bij de Beekstraat in Zutphen in april 1909, viel zij voorover in de Berkel. Een sergeant van de Koloniale Reserve probeerde haar nog te redden, maar tevergeefs. Zij werd door de sterke stroom meegevoerd en verdronk. Het arme meisje zou een week later gaan trouwen.
Wrat
Over de Berkel gesproken: in de zomer van datzelfde jaar haalde de politie in Zutphen een lijk uit de Berkel van een 'onbekende, zeer corpulente dame'. Men schatte haar leeftijd op 50 à 55 jaar. Haar ondergoed was gemerkt met de letters J.H.B. of. H.J.B, en zij had een wrat op haar linkerslaap.
Een dag later werd bekend dat het ging om mejuffrouw B. uit Apeldoorn.
Mejuffrouw B.; het is een vaag aanknopingspunt, maar ik heb toch geprobeerd om haar identiteit te achterhalen. Ik vond in de krant een overlijdensbericht van een 43-jarige vrouw: 'Heden overleed plotseling: Henderiena Wilhelmina Bloemink, Apeldoorn, 7 juli 1909'. Geen J.H.B. of H.J.B., maar wie weet waren de merkjes in haar ondergoed zo vervaagd, dat die H.J.B. ook best H.W.B. had kunnen zijn.
Hendriena, geboren en getogen in Apeldoorn, was ongehuwd. Zij was de dochter van wijlen Christiaan Bloemink, die een hotel had in Apeldoorn.
Politie
Ik zocht de overlijdensakte van Hendriena op in het Gelders archief. Haar dood (op 7 juli 1909) was op 8 juli 1909 in Zutphen aangegeven door een 'aanspreker' en door een adjunct-inspecteur van de politie.
Was het toeval dat de tweede getuige een politieman was? Of was Hendriena inderdaad die onfortuinlijke drenkelinge in Zutphen?
Hoe dan ook. Het lot van twee vrouwen werd bezegeld door de Berkel.
Bronnen:
Van mijn voorouder vond ik in de krantendatabase alleen een rouwadvertentie. Hij werd begraven op het kerkhof van Schoonderloo, en dat weet ik weer omdat iemand een boek schreef over het kerkhof.
Wasgoed
Ik vond andere krantenberichten uit 1882 over Delfshaven: er viel een vrouw in het diepe Schiewater toen ze aan het Lage Erf het wasgoed uit stond te spoelen. Brugwachter De Wit zag het gebeuren en sprong haar met kleren en al achterna, waarna hij haar veilig op het droge wist te brengen.
In het water vallen terwijl je de was staat te doen: het overkwam vrouwen tot de komst van de wasmachine met enige regelmaat (zoek maar eens in Delpher), en ze konden lang niet allemaal worden gered. Neem de 25-jarige Jansje Fiet, dochter van de plaatselijke schilder. Bij het spoelen van het goed bij de Beekstraat in Zutphen in april 1909, viel zij voorover in de Berkel. Een sergeant van de Koloniale Reserve probeerde haar nog te redden, maar tevergeefs. Zij werd door de sterke stroom meegevoerd en verdronk. Het arme meisje zou een week later gaan trouwen.
Wrat
Over de Berkel gesproken: in de zomer van datzelfde jaar haalde de politie in Zutphen een lijk uit de Berkel van een 'onbekende, zeer corpulente dame'. Men schatte haar leeftijd op 50 à 55 jaar. Haar ondergoed was gemerkt met de letters J.H.B. of. H.J.B, en zij had een wrat op haar linkerslaap.
Een dag later werd bekend dat het ging om mejuffrouw B. uit Apeldoorn.
Mejuffrouw B.; het is een vaag aanknopingspunt, maar ik heb toch geprobeerd om haar identiteit te achterhalen. Ik vond in de krant een overlijdensbericht van een 43-jarige vrouw: 'Heden overleed plotseling: Henderiena Wilhelmina Bloemink, Apeldoorn, 7 juli 1909'. Geen J.H.B. of H.J.B., maar wie weet waren de merkjes in haar ondergoed zo vervaagd, dat die H.J.B. ook best H.W.B. had kunnen zijn.
Hendriena, geboren en getogen in Apeldoorn, was ongehuwd. Zij was de dochter van wijlen Christiaan Bloemink, die een hotel had in Apeldoorn.
Politie
Ik zocht de overlijdensakte van Hendriena op in het Gelders archief. Haar dood (op 7 juli 1909) was op 8 juli 1909 in Zutphen aangegeven door een 'aanspreker' en door een adjunct-inspecteur van de politie.
Was het toeval dat de tweede getuige een politieman was? Of was Hendriena inderdaad die onfortuinlijke drenkelinge in Zutphen?
Hoe dan ook. Het lot van twee vrouwen werd bezegeld door de Berkel.
Bronnen:
Reacties