Doorgaan naar hoofdcontent

De fatale boswandeling in Bennekom

In het bos achter Hora, (het 'Herstellings Oord voor Rustbehoevende Ambtenaren' aan de Horalaan in Ede), voltrok zich in 1930 een moord. 

De moord ging de geschiedenis in als 'de afschuwelijke moord in Bennekom'. Slachtoffer was de 21-jarige leerling-verpleegster Tine K. 
Op een middag in februari 1930 maakte Tine met haar vriendin, de eveneens 21-jarige leerling-verpleegster Annie B., een boswandeling. Bij het fietspad van Ede naar Arnhem kwamen zij een man op een fiets tegen 'die zich op zeer onbehoorlijke wijze gedroeg'.

De meisjes renden weg, maar de man fietste hen achterna en vroeg of zij hem een zoen wilden geven. Dat deden zij, in de hoop dat zij dan van hem af zouden zijn.

Zenuwinzinking

Maar hij dwong hen een bospad in te lopen dat uitkwam op een heideveldje. Hier deed hij Annie, zoals de krant het verwoordde, 'een zéér schandelijke voorstelling'. Tine smeekte hem om haar vriendin te sparen, aangezien Annie net hersteld was van een 'zenuw-overspanning'.

De man vergreep zich toen aan haar Daarna stak hij plotseling vijf keer op haar in met een mes. Hij raakte een slagader, het werd een bloedbad. Annie probeerde het mes af te pakken, en raakte bij die poging gewond aan beide handen. Gillend rende zij het bos in, achterna gezeten door de man met het mes. Zij kwam een boswachter tegen die haar in veiligheid bracht. Voor Tine kwam de hulp te laat. Zij was doodgebloed.

Dolkmes
Iemand kende twee mannen die precies voldeden aan het signalement van de moordenaar. Die mannen waren Jan H., een 34-jarige koopman in breimachines uit Ede, en diens halfbroer. Jan H. was de meest waarschijnlijke verdachte. Hij was al eerder veroordeeld voor een zedenmisdrijf: in 1925 had hij een meisje aangerand. Bovendien zou hij in het bezit zijn van een dolkmes.

Bij de confrontatie op het politiebureau herkende Annie Jan H. meteen als de dader. De bewijzen tegen H. stapelden zich verder op. Behalve een flink aantal getuigen dat hem rond de plek van de moord had gezien, trof de politie in zijn huis de verbrande resten aan van de grijze broek die hij volgens de getuigen gedragen had, en kleren waarin ondanks een wasbeurt nog bloedvlekken te zien waren.

Anonieme brieven

Jan H. ontkende, en barstte tijdens de verhoren regelmatig uit in 'zenuwachtige huilbuien'. Maar psychiaters achtten hem volkomen toerekeningsvatbaar. Hij moest levenslang de cel in. H. vocht zijn vonnis tevergeefs aan. In 1933 leek hij even het gelijk aan zijn kant te hebben. Er doken anonieme brieven op van iemand die beweerde dat niet Jan H., maar hij de moordenaar was. Algauw bleek dat de vrouw van H. die briefschrijver ingehuurd had.

Jan H. overleed in 1955 in de gevangenis.

Reacties

Populaire posts van deze blog