De oude postbode Jongbloets is in beide boeken een belangrijke getuige. Jongbloets liep die augustusdag omstreeks elf uur naar de zij-ingang van de kerk. Hij meende uit de kerk gesmeek of gejammer te horen.
Deze blogpostreeks is gebaseerd op de volgende twee boeken:
Toen hij de deur opendeed werd het geluid sterker. Plotseling hoorde hij alleen nog een 'een soort lage orgeltoon'. Had hij het zich verbeeld, was het gejammer van elders gekomen?
Hij zat op een kerkbank toen hij de koster van het koor af zag lopen, naar het middenpad. De koster wierp Jongbloets zo'n woedende blik toe, dat die er bang van werd. Vlak voordat Jongbloets de kerk verliet hoorde hij een kreunend geluid, 'alsof het orgel zuchtte'.
Onderkleedje
Hij zat op een kerkbank toen hij de koster van het koor af zag lopen, naar het middenpad. De koster wierp Jongbloets zo'n woedende blik toe, dat die er bang van werd. Vlak voordat Jongbloets de kerk verliet hoorde hij een kreunend geluid, 'alsof het orgel zuchtte'.
Onderkleedje
Volgens Godelieve Kessels was het als volgt gegaan: die ochtend wenkte de koster Marietje bij de zij-ingang van de kerk en bracht haar naar de pastoor, waar haar een standje wachtte omdat ze die ochtend niet bij de mis was geweest. Toen de koster geschreeuw hoorde, ging hij kijken en trof Marietje halfnaakt aan in een plas bloed op de grond. De pastoor beweerde dat Marietje hem verleid had. Ze had gedreigd om het aan haar vader te vertellen, en hij had haar keel iets te hard dichtgeknepen.
De koster kon maar beter zwijgen, anders zou de pastoor hem beschuldigen. De koster stond voor het blok, en besloot mee te werken. Hij zou het lichaam van Marietje naar een plek brengen waar voorlopig niemand zou komen: het verwulfsel. Maar halverwege de route naar de kerktoren kwam Jongbloets de kerk in. De koster vluchtte snel met Marietje en de pastoor het koor op. Alleen was Marietje nog niet dood, ze riep om hulp. Omdat haar strottenhoofd ernstig was beschadigd, klonk het als 'argh' (de lage orgeltoon). De koster ging het koor af, zag Jongbloets, en toen het onderkleedje van Marietje. Hij gooide het snel op het koor. Daar legde de pastoor Marietje met haar eigen onderkleedje het zwijgen op (de orgelzucht).
Twee mannen
Postbode Jongbloets vertelde vader Kessels in 1903, drie jaar na de moord, dat hij eigenlijk twee mannen op het koor had gezien, de koster én de pastoor. Omdat hij niemand vals wilde beschuldigen, had hij het gecheckt bij de pastoor. Die had hem zwaar onder druk gezet. Daarom had Jongbloets politie en rechtbank nooit iets over een tweede man verteld, en zei hij dat hij bij nader inzien twijfelde of de man die hij had gezien wel de koster was. De kwestie bleef de rest van zijn leven aan hem knagen. Had hij Marietje kunnen redden? Hij zocht vergeving bij vader Kessels zodat hij niet in de hel zou komen. Kessels vergaf hem. Korte tijd later overleed Jongbloets.
Ed Schilders heeft een deels andere versie. Marietje was zelf naar de kerk gekomen om een kruisweg te bidden. Het gejammer dat Jongbloets hoorde kwam uit de catechismuskamer, waar pastoor George van Zinnicq Bergmann Marietje had verkracht. Toen zij begon te jammeren raakte hij in paniek en wurgde haar met haar onderkleedje. Niet alleen Jongbloets, ook de koster hoorde de geluiden, daarom kwam hij geagiteerd van het koor af. Hij wilde poolshoogte gaan nemen in de catechismuskamer.
De koster kon maar beter zwijgen, anders zou de pastoor hem beschuldigen. De koster stond voor het blok, en besloot mee te werken. Hij zou het lichaam van Marietje naar een plek brengen waar voorlopig niemand zou komen: het verwulfsel. Maar halverwege de route naar de kerktoren kwam Jongbloets de kerk in. De koster vluchtte snel met Marietje en de pastoor het koor op. Alleen was Marietje nog niet dood, ze riep om hulp. Omdat haar strottenhoofd ernstig was beschadigd, klonk het als 'argh' (de lage orgeltoon). De koster ging het koor af, zag Jongbloets, en toen het onderkleedje van Marietje. Hij gooide het snel op het koor. Daar legde de pastoor Marietje met haar eigen onderkleedje het zwijgen op (de orgelzucht).
Twee mannen
Postbode Jongbloets vertelde vader Kessels in 1903, drie jaar na de moord, dat hij eigenlijk twee mannen op het koor had gezien, de koster én de pastoor. Omdat hij niemand vals wilde beschuldigen, had hij het gecheckt bij de pastoor. Die had hem zwaar onder druk gezet. Daarom had Jongbloets politie en rechtbank nooit iets over een tweede man verteld, en zei hij dat hij bij nader inzien twijfelde of de man die hij had gezien wel de koster was. De kwestie bleef de rest van zijn leven aan hem knagen. Had hij Marietje kunnen redden? Hij zocht vergeving bij vader Kessels zodat hij niet in de hel zou komen. Kessels vergaf hem. Korte tijd later overleed Jongbloets.
Ed Schilders heeft een deels andere versie. Marietje was zelf naar de kerk gekomen om een kruisweg te bidden. Het gejammer dat Jongbloets hoorde kwam uit de catechismuskamer, waar pastoor George van Zinnicq Bergmann Marietje had verkracht. Toen zij begon te jammeren raakte hij in paniek en wurgde haar met haar onderkleedje. Niet alleen Jongbloets, ook de koster hoorde de geluiden, daarom kwam hij geagiteerd van het koor af. Hij wilde poolshoogte gaan nemen in de catechismuskamer.
GA VERDER MET DEEL III: HET LICHT IN DE KERK
Deze blogpostreeks is gebaseerd op de volgende twee boeken:
- Moordhoek : de reconstructie van de moord op Maria Kessels in een katholieke kerk, Tilburg - 1900 / E. Schilders ; met medew. Van T. van Zeeland … [et al]. - Tilburg: Gianotten, 1993. - 1e dr.: 1988 (niet meer te koop, maar nog wel te verkrijgen via boekwinkeltjes.nl en te leen in (sommige) openbare bibliotheken, bv bibliotheek Midden Brabant)
- De moord op Marietje Kessels : waarom de ouders moesten zwijgen / G. Kessels. – Nieuwland, 2011 (nog verkrijgbaar in de boekhandel)
Reacties