Doorgaan naar hoofdcontent

Hij vond daarboven zijn geluk en zijn dood : Sim de Ruyter (1895 -1921)

In de brieven van mijn overgrootvader uit Nederlands-Indië in 1921 komt een jonge Nederlandse piloot voor. Wie was deze Sim die zo goed kon dansen en de lieveling was van alle dames? 
Bron: Indische Literaire Wandelingen

Sim (Simon) de Ruyter was eerste luitenant vliegenier bij het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL). Hij zat met mijn opa in hetzelfde jaar op de cadettenschool, en nam mijn pril verliefde opa en oma  een keer mee in zijn vliegtuigje. 

Hangar

Op 8 februari 1921 verongelukte Sim. De wielen van zijn Avrotoestel raakten het dak van de hangar 
op vliegbasis Kali Djati, en het vliegtuig brak in tweeën. Het deel waar Sim in zat werd negentig meter weggeslingerd. Het achterste deel met zijn medepassagier, marine-officier-machinist Van Veen, bleef op de hangar hangen. Van Veen raakte lichtgewond.

Sim liep een schedelbasisfractuur op en kwam niet meer bij kennis. Die avond overleed hij te midden van zijn kameraden in de officiersmess.

Hij werd met militaire eer en onder grote belangstelling begraven in Bandung. De enorme hoeveelheid kransen bedekte de lijkauto en vulde drie volgrijtuigen.

Mijn overgrootvader schrijft over zijn dood in een brief aan familie: "Sim de Ruyter was een heel bekende figuur in Bandoeng, vrolijk en joviaal, goed danseur en een bizondere lieveling van alle dames die hij kende, getrouwde zowel als ongetrouwde. […]. Jullie hebt zeker ook van het ongeluk in de krant gelezen. ’t Heeft op allen hier en ook op ons een diepen indruk gemaakt."

Ranke meeuw

In het ‘Orgaan der Officieren-vereniging’ uit maart 1921 stond een In memoriam, dat werd doorgeplaatst in de Preangerbode van 25 maart 1921. Wie de auteur is vermeldt de krant niet, maar het is een prachtig eerbetoon. Hierbij een verkorte versie.

"Op de grote groene vlakte, waarachter met grillige omtrekken de blauwe bergen rijzen, liggen nederig, verloren in het wijde land, de bamboezen huisjes van Kali Djati.

Hier woonde Sim. Iedere morgen kwam hij stappen over het veld in het grauwe vliegpak met het zwart leren kapje, dat zijn geestig, schrander profiel omlijstte en iedere morgen klonk zijn heldere, vrolijke ochtendgroet.

Schitterend in het licht zwierde als een ranke meeuw het sierlijk toestel in wijde bochten en spiralen, omhoog, omlaag, duikelend om en om wendend en kerend, dansende boven de kleine wereld. Dit was zijn lust en leven. Hij vond daarboven zijn geluk en zijn dood."

Hij lag uren te lezen binnen zijn klamboe, waar de bijen ongestoord haar nesten bouwden, en felle windvlagen de regen naar binnen joegen, die de vloer onder water zette en langs de wanden sijpelde. [...]

Hij kon sierlijk dansen en vrolijk banketteren, maar hield niet van pretentieuze vrouwen die hem naliepen, emotie zoekend om hun lege leven te vullen."

Hij heeft door die laatste zin onmiddellijk mijn sympathie. 

Eeuwig zonde dat hij maar 25 is geworden.

Straatnaam

Na Sims dood werd er in Bandung een straat naar hem vernoemd, de ‘Sim de Ruyterlaan’. Die heet tegenwoordig de JL R.E. Martadinata, naar een van de oprichters van de Indonesische marine. 
(JL=jalan: laan.)


Achtergrondinformatie

Simon de Ruyter (ook wel geschreven als ‘De Ruijter’) werd geboren in Berbek (Kediri) op Oost-Java op 11 april 1895. Zijn vader was Simon de Ruyter (zijn geboorte- en sterfdatum kon ik niet vinden, zijn beroep evenmin). Zijn moeder was Dirkje Hendrika De Beijl, (ook wel ‘De Bijl’, ‘Zegers de Beijl’ of ‘Zegers de Bijl’), (1874-1943). Simon en Dirkje trouwden in Solok (Sumatra) in december 1891.

Toen Simon’s vader overleden was, hertrouwde zijn moeder met Hessel van Dijk (1867-1944), hoofdonderwijzer van de rijksleerschool. Het echtpaar woonde in Nijmegen. Met haar eerste man had Dirkje nog een dochter, Wilhelmina de Ruyter (1892-1968), die trouwde met Leendert Andries van Boven. Zij woonden ten tijde van het ongeluk van Simon in Billiton (Belitung) in Nederlands Indië. 
Met haar tweede man kreeg Dirkje een zoon, Dirk Jan van Dijk (1915-?).

Simon werd cadet in september 1910. In 1919 vertrok hij naar Nederlands Indië, waar hij tweede luitenant was bij het Wapen der Artillerie van het leger in Nederlands Indië.

Bronnen

Reacties

Populaire posts van deze blog