Doorgaan naar hoofdcontent

De brute moord in Moorslede (1908)

De zevenjarige Augusta ging even een boodschapje doen. Een onbekende man vroeg haar de weg. Hij liet haar voor dood achter in het Teerlingbos bij Moorslede.

Zaterdagochtend 29 augustus 1908 om tien uur ging de zevenjarige Augusta van Aelst uit het gehucht De Koekuit een boodschap doen voor haar moeder bij de kruidenier, op een kwartier lopen van hun huis.

Bloedplas

Om elf uur zag dorpsgenoot Camiel Cuypers het meisje vanuit zijn raam. Het leek erop alsof zij een man die naast haar stond de weg wees. Zij gebaarde in de richting van het bos. De man was niet al te lang, en rond de veertig jaar. Het meisje ververvolgde haar weg naar huis. De man liep de andere kant op, maar na een paar meter keerde hij om en liep haar achterna. Camiel had er verder geen aandacht aan geschonken.

Toen Augusta aan het eind van de ochtend nog niet thuis was, ging haar moeder haar zoeken. Zij hoorde van Camiel het verhaal over de man, en vreesde het ergste. Met een groep buurtgenoten kamde zij de omgeving uit. Zij vonden Augusta in een plas bloed in het Teerlingbos bij Moorslede.

Hopplukker

Het arme kind zou de volgende dag aan haar verwondingen bezwijken. Zij kon nog net vertellen wat haar overkomen was. De man van ongeveer veertig jaar, zonder baard of knevels, met donkere kleren en een donkere pet, blootsvoets op klompen, en met een pakje gewikkeld in een handdoek in zijn hand, greep haar vast en droeg haar naar het bos. Daar misbruikte hij haar. Om te voorkomen dat zij om hulp zou roepen, duwde hij steeds proppen linnen in haar mond. Na zijn wandaad stak hij haar met een bot mes in haar hals en buik.

Gezien het signalement dat Augusta gaf, dacht de politie dat de moordenaar misschien een seizoensarbeider was die op weg was naar de hoppluk in Poperinge. Augustus en september waren de oogstmaanden van de hop.

Schrik van de streek

De dader zou ook de bandiet ‘Jakke’ (Gustaf) Landuyt kunnen zijn, de schrik van de streek. ‘Vijfenveertig jaar oud, kloek, struis, rap, loos en boos’, zoals de krant hem omschreef. Hij was die zaterdag in Moorslede gezien. Jakke was al meerdere malen veroordeeld voor diverse vergrijpen, waaronder zedenmisdrijven.

Soms dook hij op in een herberg om te kaarten, of drong hij een woning binnen voor eten en drinken. Uit angst dat hij in woede zou ontsteken, durfde niemand hem aan te spreken.

De opvliegende bandiet wist steeds aan de politie te ontkomen. Hij hield zich schuil in de uitgestrekte bossen van burggraaf senator De Jonghe d’Ardoye, waar hij ondergrondse bergplaatsen had voor wapens, en in spelonken sliep.

De politie bedacht een list. Twee gendarmen verkleedden zich in oktober 1908 als schildersknechten en doorkruisten dagenlang het bosgebied waar Jakke zich ophield. Op de vijfde dag was het raak. Eén van hen, gendarm Van Neer, kwam Jakke tegen. De bandiet had een knuppel in zijn hand, maar was niet bedacht op een aanval van een schildersknecht. Na een korte worsteling wist Van Neer hem te overmeesteren.

Stroppen

In november 1908 werd Jakke door de rechtbank van Kortrijk veroordeeld tot drie maanden gevangenisstraf en 100 francs boete (of een maand extra gevangenisstraf) voor ‘opstand en slagen aan den gendarm Van Neer’, plus 100 francs boete omdat hij stroppen had om hazen te vangen. Geen woord over de moord op Augusta, kennelijk waren daar geen bewijzen voor.

De hopplukker zal ook wel nooit gevonden zijn, want er werd niets meer over de moord geschreven. Ik moest denken aan die andere onopgeloste kindermoorden, in Deerlijk in 1906. Twee jonge meisjes, misbruikt en vermoord met een mes, en een poging tot moord op een jongetje dat een prop zijn mond geduwd kreeg.

Was de dader misschien dezelfde man als diegene die Augusta bruut verkrachtte en haar voor dood achterliet in het Teerlingbos bij Moorslede?

Bronnen

Reacties

Populaire posts van deze blog