Op een februari-avond in 1906 ging de achtjarige Jeanne van Calck uit Brussel even naar haar moeder. Een paar uur later werd haar lichaam gevonden, gewikkeld in papier. De benen ontbraken.
De achtjarige Jeanne van Calck woonde bij haar grootouders aan de Arduinkaai in Brussel. ‘Jeanneke’ was een lief kind met blonde krullen, verstandig en vlug. Zij had de bijnaam ‘het advokaatje’.
|
In bezit van: Collections Heritage Brussels |
Op woensdagavond 7 februari 1906 om kwart voor zeven vroeg zij aan haar opa of zij even naar haar moeder mocht in de Antwerpse Steenstraat, zo’n 20 minuten lopen. Opa was portier bij de schouwburg en moest die avond werken. Normaal gesproken liep hij met Jeanne mee. Oma vroeg Jeanne om even te wachten tot opa zich had omgekleed, maar Jeanne beloofde dat zij goed op zou passen en ging vast op stap.
Zij droeg die avond een witte baret, een Schots kostuum en een caban
(regenjas). Toen zij om negen uur nog niet thuis was, gingen de
grootouders naar haar moeder. Daar was het meisje nooit aangekomen. De
familie schakelde om kwart voor elf de politie in.
Alcohol
De 41-jarige Jozef Eylenbosch, (die toevallig ook bij de schouwburg
werkte, als ‘brigadier-machinist’), was op weg naar zijn huis in de
Landbouwersteeg, toen hij om 23.40 in de Zwaluwenstraat bij de schutting
van een leegstaand huis op nummer 22 een pak zag liggen in grauw papier,
dichtgebonden met een touw.
Hij vertrouwde het niet en haalde er een agent bij. Deze meende een hoofd te voelen onder het papier. En inderdaad: in het pak zat het lichaam van Jeanne, nog warm, gewikkeld in haar eigen jas. Haar benen ontbraken.
Autopsie zou later uitwijzen dat het meisje alcohol had gedronken en
gestikt was in haar eigen braaksel. Zij was misbruikt. Haar benen waren
afgesneden bij de liezen door iemand die verstand van zaken had. Een
slager misschien, of een chirurg. Dat moest zo’n twee uur na haar dood
gebeurd zijn, want er zat nog bloed in haar hersenen, hart en longen. Het
snijwerk vond waarschijnlijk plaats in een bad of een kuip. Maar waar?
Beige paletot
En door wie? Een reeks verdachten passeerde de revue. Ik noem er een paar
over wie de kranten veel schreven.
Agent De Pauw was die avond om half acht aangesproken door een vrouw die
hem vroeg om een oogje in ’t zeil te houden bij Zwaluwenstraat 22. Daar
zou zich een man ophouden die kinderen lokte ‘met blijkbaar slechte
voornemens’. Zij kon geen duidelijk signalement geven. De agent nam een
kijkje, maar trof de man niet aan. Een andere agent, Van Damme, was rond
half twaalf nog langs nummer 22 gelopen maar had niks bijzonders
gezien.
Een zekere D., 50 jaar, die in de buurt van de Zwaluwenstraat
rondslenterde en jonge meisjes aansprak, had een alibi. Net als een
schoenmaker ‘met een slechte reputatie’ voor wiens deur een touw lag. Bij
huiszoeking werd niks gevonden.
‘Een vrouw met de beige paletot’ (getailleerde jas), die een paar meisjes met Jeanne hadden zien praten, was ‘lichtekooi’ Rachel R. Zij werd niet herkend door de meisjes. Rachel werd nog een keer opgepakt toen bleek dat zij een kerkboekje had dat aan Jeanne zou hebben toebehoord. Dit kon echter niet bewezen worden.
Dokter Nijssens werd valselijk beschuldigd, terwijl de arme man ten tijde van de moord ziek op bed lag. De aanstichtster kreeg een gevangenisstraf en een boete.
Michel Leten, een soldaat van het vreemdelingenlegioen in Algiers,
schreef aan justitie dat hij medeplichtig was. Het bleek een leugen, hij
wilde niet terug naar Algiers Op de avond van de moord was hij
helemaal niet in Brussel.
Bebloed hemd
Een week na de moord vond een voorbijganger in een toilet in Elsene, een
plaatsje aan de rand van Brussel, een bebloed wit-rood gestreept flanellen
mannenhemd. Er werd in de Louisastraat in Brussel een bedelaar zonder hemd
opgepakt, Fransman Jan Baptist Manny, 35 jaar, slagersknecht. Hij had
diepe krabben in zijn gezicht. Dat hadden de gendarmen gedaan beweerde
hij, maar de wetsdokter stelde vast dat de krabben al een paar dagen oud
waren.
Manny ontkende dat het hemd van hem was. Op het tijdstip van de moord was
hij onderweg vanuit Nederland. Hij betrok in Brussel een mansarde
(zolderkamer onder een schuin dak) in de Sint-Pietersstraat, in de buurt
van de Zwaluwenstraat. Twee dagen na de moord was hij de mansarde uitgezet
omdat hij de houten vloer zo heftig boende, dat het water bij de
onderbuurman naar binnen liep. Manny ging in de Koolstraat wonen, waar hij
na 24 uur ook alweer vertrok. Opvallend detail: op het hemd dat naar eigen
zeggen niet van hem was, zaten naast zijn eigen zwarte haren (hij was bij
de kapper geweest), enkele lange blonde haren van de lengte van Jeanne’s
haar.
De politie brak de houten vloer van de mansarde open. Dat onderzoek
leverde waarschijnlijk niets op, want Manny werd niet veroordeeld voor de
moord. Wel voor ‘bedelarij en opstand tegen de politie’.
Laarsjes en benen
Hij zat nog vast toen op 16 februari 1906, negen dagen na de moord,
achter een haag van een boomkwekerij in de Médoristraat in Laken de
laarsjes van Jeanne werden gevonden, verpakt in dagblad Le Soir van 18
december. Twee vrachtrijders die bouwmaterialen vervoerden voor kasteel
Laken zagen het pak liggen. Het had de voorgaande dagen gesneeuwd en
geregend, maar de laarsjes waren niet nat, en lagen daar dus
waarschijnlijk nog niet zo lang.
Een paar uur later vond een tuinman twee kilometer verderop, bij de hoeve
Stuyvenberg op het Koninklijk Domein van Laken, de benen van Jeanne. Het
ene been was, bij de knie gevouwen, in Le Soir van 12 januari verpakt, het
andere op dezelfde wijze in grijs papier. De pakketten waren dichtgebonden
met een touw, en over de 2,5 meter hoge tuinmuur gegooid. Waarschijnlijk
na de regen van die nacht die tot 3.00 had geduurd, want ook zij waren
niet nat.
Ondanks de beloning van 20.000 frank voor de gouden tip (ter vergelijken met ongeveer 17.000 euro nu), werd de zaak nooit opgelost. Politie en justitie kregen veel
kritiek op hun aanpak. De Franse advocaat Louis Frank benoemde 29 fouten in zijn boek
‘Le crime de la rue des Hirondelles (l'affaire Van Calck à
Bruxelles): études de police criminelle’
(Parijs, 1909). Het zou interessant zijn om dat boek te lezen, ware het niet dat het in
het Frans geschreven is en alleen te leen bij Belgische bibliotheken.
Monument
Op het kerkhof van Brussel, Evere, staat een wit marmeren monument voor
Jeanne van beeldhouwer Lalaux, met in het midden een medaillon met
Jeanne’s portret. Het monument kwam tot stand met behulp van
crowdfunding.
Bronnen
- Agatha Online zoekomgeving van het Rijksarchief België'
- Brussels Hoofdstedelijk Gewest: Inventaris van het Roerend Erfgoed (De foto van Jeanne in de blogpost is afkomstig van deze website.)
- Delpher Historische kranten, tijdschriften en boeken
- Gruwelijk vermoord in 1906, maar nooit opgehelderd: het verhaal van de moord op de 8-jarige Jeanne in hartje Brussel. - VRT/BE, 21december 2021. (Hoofdstuk uit het boek: 'De verborgen geschiedenis van Vlaanderen’ van Jos Vandervelden en Alexander Dumarey.) Met foto's.
- Historische kranten België
- Moord op Jeanne van Calck . - Wikipedia Met foto's.
- Prijzen toen en nu Centraal Bureau voor de Statistiek
- Stadsarchief Aalst - Digitaal krantenarchief
Reacties