Doorgaan naar hoofdcontent

De ontploffing van de Bennekomse Bondsspaarbank

Het was een enorme klap, de gasexplosie in de Bennekomse Bondsspaarbank op 20 april 1971. Zo hard, dat het te horen was tot in ons klaslokaal, een paar straten verder.
Ik was negen jaar, en schreef een verslag van de ramp in mijn schooldagboek. ‘Vandaag is er iets héél ergs gebeurd, de bondsspaarbank is ontploft. En hij zou morgen nog wel geopent worden. Er kwam een brandweerauto langs sjeezen met de sirene knoert hard aan. Twee polities en een ziekeauto.’

Ik herinner me dat de juf mij vroeg om even naar de Dorpsstraat te lopen om te kijken wat er aan de hand was. Of ik dat gedaan heb? Ik schreef: ‘Overal lagen glasscherven over de grond en er kwam een heleboel rook uit de deur en de ramen van de bondsspaarbank en er stonden een heleboel mensen te kijken. Er waren nog werklui in de bondsspaarbank hopelijk zijn er geen dode bij’.



Brandende man

Dus misschien ben ik er inderdaad naartoe gelopen. Ik weet het niet meer. 
Wat mij vooral is bijgebleven is het gruwelijke verhaal dat daarna de ronde deed: een man was brandend uit het bankgebouw komen rennen. 

Toen ik het verslag van de explosie van meer dan vijftig jaar geleden teruglas in mijn schooldagboek, besloot ik uit te zoeken wat er die dag precies gebeurd was, en wat er waar was van die brandende man.

Bron: gemeente-archief Ede

Het was 20 april 1971, de nieuwe Bondsspaarbank aan de Dorpsstraat in Bennekom zou de volgende dag feestelijk geopend worden. Een monteur en een schoonmaakploeg legden de laatste hand aan het gebouw.

De monteur van de telefoondienst was bezig met een telefoonlijn, en wilde zichzelf even bijschijnen met een lucifer. Het vlammetje ontketende een enorme explosie, op verschillende plaatsen kwamen vlammen door de vloer, er vielen stukken plafond naar beneden, en de grote ruiten van het gebouw sneuvelden.

De monteur strompelde zwartgeblakerd naar buiten, zijn haar en kleding waren weg geschroeid. Twee schoonmakers raakten gewond aan hun schouders en armen. De drie slachtoffers werden met spoed naar het ziekenhuis gebracht. Voor het leven van de monteur werd gevreesd.

Gaslucht

De oorzaak van de ontploffing was een gaslek, dat zich waarschijnlijk ergens onder de stoep voor het bankgebouw bevond. Het had daar al eerder naar gas geroken, en dat was gemeld bij de gemeente, maar die konden niks vinden. Op de dag van de ramp had de directeur weer gebeld over een gaslucht. Er was iemand van de gemeente onderweg. Hij kwam te laat.

De schade aan het gebouw, dat zeven ton had gekost, bedroeg 60.000 gulden, de opening van de bank werd met zes weken uitgesteld.

Dat zijn alleen de nuchtere feiten. Hoe is het afgelopen met de monteur? Dat vond ik niet in de kranten terug. Wel op online-begraafplaatsen.nl. Hij overleed op 7 mei 1971, tweeëneenhalve week na de gasexplosie, en werd begraven op de kerkelijke begraafplaats in Randwijk. Hij liet een vrouw en kinderen achter.

Het gruwelijke verhaal was dus waar, al kwam de arme man niet brandend het gebouw uit maar zwartgeblakerd. 

Gemeente-archief Ede

Ik vind het eerlijk gezegd onbegrijpelijk dat mensen in een gebouw werden toegelaten waar het (al langere tijd!) naar gas rook.

Dat risico zou nu niet meer genomen worden. Hoop ik.


Bronnen








Reacties

Populaire posts van deze blog