Op Oudjaarsdag 1830 deed een vrouw een wanhopige oproep in het Dagblad van ‘s Gravenhage. Haar man was na een bezoek aan Herberg Halfweg in Loosduinen op 23 december, niet meer thuisgekomen.
Namens haar en de kinderen verzocht zij hem dringend om terug
te komen, of haar te laten weten waar hij was.
Maar ze hield ook rekening met het ergste: dat hij ‘onverhoopt
door de duisternis van dien avond verdronken was’. Daarom gaf zij niet alleen een
beschrijving van het uiterlijk van haar echtgenoot (64, met grijs haar en een blauwe
Duffelse jas), maar ook van het merkje in zijn linnengoed: ‘A.M.’
De geheimzinnige A.M. dook niet op, want een week later
stond dezelfde oproep in de krant. Toen bleef het een paar weken stil.
Dameskapper
Zou de man weer terug zijn bij zijn gezin? Ik hoopte het stiekem,
maar helaas. Op 21 januari maakte de vrouw bekend dat haar echtgenoot dood was.
Het bleek te gaan om A.J. Mook, en zij, Johanna van der Kaaden, haar kinderen
en behuwdkinderen, beleefden naar eigen zeggen 'de droevigste dag van hun leven'.
Wat nadere informatie vond ik in de overlijdensakte in het
archief. Alexander Johannes Mook, 64 jaar oud, van beroep dameskapper, was ‘overleden
bevonden’ door twee nachtwachten van de politie, op 19 januari om half twee ’s
middags. Waar de man woonde is niet te lezen: bij ‘adres’ staat: ‘W.S. n. 108’.
Ik kan in het krantenarchief wel terugvinden waar de kapperszaak van Mook zich bevond:
aan de Venestraat in Den Haag.
Groot gezin
Johanna maakte in haar eerste oproep in de krant al melding
van ‘haar talrijke huisgezin’, en talrijk was het zeker. Ik kom op acht
kinderen. Uit een eerder huwelijk met Maria van der Meer, (over wie ik gek
genoeg helemaal niets kan vinden in de archieven), had Alexander twee kinderen,
Theodorus (1797), die ook kapper was, en Johanna Adriana (1804).
Op de huwelijksakte van Alexander en Johanna in 1822 staan
de zes kinderen die zij toen al samen hadden. Vier meisjes en twee jongens,
variërend in leeftijd van nul tot elf jaar. Met nóg een Johanna. Bij haar staat
expliciet vermeld in de geboorteakte dat zij erkend werd bij het huwelijk van haar
ouders in Den Haag.
Verdronken?
Het talrijke huisgezin stond er na 23 december 1830 alleen voor.
En dat allemaal omdat hun vader door een ongelukkige val, of
omdat hij simpelweg stomdronken was, in de vaart vóór Herberg Halfweg belandde en verdronk, en op
onverklaarbare wijze (lag er ijs? Of lag er een schip voor anker waar hij onder
vast raakte?) pas na vier weken boven kwam drijven.
Als het verdrinking was tenminste, het blijft een raadsel.
Weduwe Johanna hertrouwde niet. Zij overleed in 1851, op
68-jarige leeftijd.
Reacties