Doorgaan naar hoofdcontent

Moord op de boerderij

Een dienstbode in Sleeuwijk die alleen thuis was, werd bruut vermoord door een inbreker die uit was op het spaargeld van haar baas, een welgestelde boer.

De 76-jarige boer Tieleman Smookers uit Sleeuwijk vertrok op 18 november 1879 met zijn knecht naar de veemarkt in Gorinchem. Elizabeth Smits, zijn 28-jarige dienstbode, bleef thuis, samen met een arbeider die achter de boerderij van Tieleman aan de Straatweg aan het werk was. De arbeider ging om twaalf uur naar huis om te lunchen, en zou een uurtje wegblijven. Elizabeth was op dat moment aardappels aan het schillen.

Straatweg Sleeuwijk (foto BHIC, W. van Dijk, 1989)

Geldkist


Toen een slagersknecht uit Werkendam vlees kwam afleveren, vond hij Elizabeth in een grote plas bloed. Zij was dood. Er zat een diepe snee in haar hals en zij had een wond op haar voorhoofd. De eikenhouten geldkist die Smookers binnen bewaarde, was opengehakt, en er was een aanzienlijk bedrag gestolen: bankbiljetten ter waarde van drieduizend gulden, vijftig gouden tientjes en zeventig gulden aan rijksdaalders, te vergelijken met een bedrag van zo’n vijftigduizend euro nu.

Op 26 november, acht dagen na de moord, werd de 26-jarige Arie Combé opgepakt, een boerenknecht die een tijdlang op een naburige boerderij had gewerkt en een slechte reputatie had. Maar met de moord op Elizabeth had hij niks te maken. Op 4 december liet de politie hem gaan.

Gouden tip

Hierna liep het moordonderzoek vast. Tieleman Smookers loofde op 9 december 1879 in een advertentie in de krant 500 gulden uit voor de gouden tip.

Die kwam van Hendrina van ’t Sant, de dochter van de wethouder. Op 22 januari 1880 werden er drie mannen aangehouden: de arbeiders Laurens Pruisen (52) en Jan Pellekaan (39), en een voerman, Adriaan van Beest (41). Veldwachter Van Kuijk koesterde ook verdenkingen tegen het drietal, vooral tegen Laurens Pruisen. Waarom vond Van Kuijk hen verdacht, en wat wist Van ’t Sant over hen? Dat lees ik nergens.

Zij zaten in ieder geval wel goed met hun verdenkingen, want in de stal van Adriaan van Beest trof de politie in het stro 23 gouden tientjes aan. Van Beest beweerde dat het zwijggeld was van Pruisen, die hij rond het tijdstip van de moord bij het huis van Smookers tegen was gekomen. Pruisen zat onder het bloed en was geagiteerd, hij zou gezegd hebben: “Mijn God, verraad mij niet, ik heb gemoord. Hier heb je geld, maar als je mij verraadt, vermoord ik je”.

(Eén krant probeerde zich voor te stellen hoe dat gesprek verlopen was, aangezien Laurens Pruisen stotterde, en Adriaan van Beest doof was.)

Wagenspoor

Bij Laurens Pruisen thuis trof de politie een heleboel sleutels aan, wat niet in zijn voordeel werkte. Maar Jan Pellekaan en hij werden vrijgelaten toen Adriaan Van Beest bekende dat hij, en hij alleen, de diefstal en moord had gepleegd.

Adriaan wist van het bestaan van de geldkist van de welgestelde Tieleman Smookers, en ook dat de boer op die bewuste dag niet thuis was. Hij ging gewapend met een knuppel naar de boerderij, hakte binnen de geldkist open met een rijshaak (een soort houthakkersbijl), en toen Elizabeth hem betrapte, sloeg hij haar neer en sneed met een broodmes haar keel door om er zeker van te zijn dat zij hem niet zou verraden.

Een deel van de buit (de gouden tientjes) had de politie al in zijn stal gevonden. Adriaan liet de plek zien waar hij de portefeuille met bankbiljetten had begraven: onder een wagenspoor op een laaggelegen weg.

Het gerechtshof van Den Bosch beschuldigde hem van moord, voorafgegaan door ‘diefstal met behulp van binnenbraak in een bewoond huis’. Hij kreeg op 3 juli 1880 een levenslange tuchthuisstraf.

Oorringetje

Dankzij het inschrijvingsregister van gedetineerden in Den Bosch weten we ongeveer hoe Adriaan Van Beest er uit heeft gezien: hij was 1 meter 64 lang, en had een ovaal gezicht, bruin haar, een bruine baard, en blauwe ogen. In zijn rechteroor droeg hij een ringetje.

In augustus 1880 ging Adriaan in beroep, maar dat werd verworpen. Hij stierf in december 1901, 62 jaar oud.

Hendrina Van ’t Sant verdeelde de beloning van Tieleman Smookers, de vijfhonderd gulden (enkele tienduizenden euro’s) onder de politieagenten die belast waren met het opsporen van de moordenaar, de vader van Elizabeth, de twee mannen die onschuldig in de gevangenis hadden gezeten, Pruisen en Pellikaan, en de armbesturen van de twee kerkgenootschappen in Sleeuwijk.

Achtergrondinformatie

Elizabeth Smits (1851-1879)

Dochter van Maria Elshout (1824-1891) en Willem Smits (1823-1900), bouwman. Zij trouwden in 1850. Elizabeth was de oudste. Zij kregen daarna nog zes kinderen, van wie er twee volwassen werden, Pieternella (1852) en Peter (1857). De andere vier overleden jong: Teuntje (1855-1861), Gilia (1861, werd 2 maanden oud), Gilliam (1862-1866), en nog een Teuntje (1866-1867).

Adriaan van Beest (1838-1901)

Adriaan van Beest trouwde in 1874 met Maria van de Werken (1853-1934). Voor zover ik heb kunnen nagaan, kregen zij drie kinderen die allemaal rond de geboorte stierven: Adriana (1875, overleed na 18 dagen), N.N. (1876), en Maria (1884, zij stierf na drie weken). 

Twee jaar na de dood van Adriaan hertrouwde Maria, zij was inmiddels vijftig, in Leiden met de eveneens vijftigjarige koopman Herman Jan Pardon. Ook op dit huwelijk rustte geen zegen, haar tweede man overleed al in 1907. Maria ging aan de slag als werkster. Zij overleed in Leiden in 1934, 81 jaar oud.

Tieleman Smookers (1803-1888)

Oudste zoon van Teunis Smokers en Johanna van Pouderoijen. Zij hadden vijf kinderen: Pieternella (1801), Tieleman (1803), Teunis (1806), Arnoldus (1807), en Johanna (1811).

Tieleman liet na zijn overlijden vierduizend gulden na aan de diaconie van de Nederlands hervormde gemeente, zonder successierechten.

Zelf werd hij gedoopt bij de Nederduits gereformeerde gemeente. (in zijn geboorteakte is de achternaam ‘De Smoker’ gebruikt.)

Bronnen

Reacties

Populaire posts van deze blog